ππππ: ππππππππππππππππππππ πππ. π:ππ ππ
In 2020 heeft eisers een boot gekocht van gedaagden. Na de aankoop ontdekte eisers gebreken aan de boot, waarvan hij stelt dat deze al bij de koop aanwezig waren. Op basis hiervan wilde eisers de koopovereenkomst ontbinden: hij verlangde de boot terug te geven, de koopsom terug te ontvangen en daarnaast vergoeding van alle kosten die samenhangen met de gebreken.
Gedaagden betwistte echter zowel de mogelijkheid tot ontbinding als zijn aansprakelijkheid. Hij voerde aan dat eisers de overeenkomst in oktober 2023 al had omgezet in een verbintenis tot schadevergoeding, en dat herstel of ontbinding van de koop daarmee niet langer mogelijk was. Daarnaast stelde gedaagden dat niet kan worden vastgesteld of de gebreken al bij de koop aanwezig waren, nu de oorzaak ervan inmiddels niet meer met zekerheid te achterhalen is.
Een belangrijk discussiepunt in deze zaak was de vraag of de brief van eisers van 24 oktober 2023 moet worden gezien als een omzettingsverklaring in de zin van artikel 6:87 BW. In deze brief, opgesteld door de advocaat van eisers, werd gedaagden onder meer het volgende medegedeeld:
βAan u zal derhalve geen kans (meer) worden geboden om de gebreken te (laten) herstellen. U bent daarentegen verplicht om cliΓ«nten schadeloos te stellen...β
Eisers stelde dat deze brief geen omzetting inhield, omdat daarin nergens expliciet wordt verwezen naar artikel 6:87 BW of letterlijk wordt gesproken van omzetting. Hij gaf volgens eigen zeggen slechts aan dat hij gedaagden aansprakelijk houdt en vervolgstappen overweegt.
De rechtbank gaat hier niet in mee. Voor een omzettingsverklaring is geen formele terminologie vereist. Het gaat erom of de schuldeiser schriftelijk kenbaar maakt dat hij in plaats van nakoming schadevergoeding vordert, en of die mededeling de schuldenaar heeft bereikt. In dit geval was dat onmiskenbaar het geval: uit de bewoording blijkt duidelijk dat eisers geen prijs meer stelde op herstel, maar schadevergoeding eiste. Daarmee is sprake van omzetting, wat betekent dat de oorspronkelijke verplichting (de koopovereenkomst) teniet is gegaan. Dit heeft tot gevolg dat ontbinding of vernietiging van de koop in beginsel niet meer mogelijk is.
Hoewel eisers nog heeft betoogd dat hij op grond van redelijkheid en billijkheid mag terugkomen op zijn keuze voor omzetting, slaagt dat beroep niet.
De rechter concludeert dat eisers zijn vordering heeft omgezet en dat niet is aangetoond dat de gebreken bij de levering al aanwezig waren. Daarom worden alle vorderingen van eisers afgewezen.
β